Wat er dan gebeurt is heel lastig om een definitieve conclusie over te trekken. Want hij krijgt dan een korte tijd om de volken te misleiden. Hij verzamelt hen voor de oorlog. Maar welke volken zijn dit dan? Er zijn geen ongelovigen meer, want die zijn bij de grote eindstrijd allemaal verslagen en tijdens het vrederijk waren er alleen maar gelovigen. Het woord voor 'misleiden' zou je nog beter kunnen vertalen met 'doen afvallen'. Dat kan nooit voor de gelovigen gelden. Zijn er dan nog volken overgebleven?

Er zijn twee mogelijkheden. Deze volken zouden een verzameling kunnen zijn van alle demonen. Gog en Magog staan volgens Ezechiël voor Godevijandige volken. Omdat ze uit de vier hoeken van de aarde opkomen, zou dit geen vreemde uitleg zijn. De vier hoeken van de aarde zijn volgens de joodse begrippen van toen, de poorten van de hel. En het woord 'opkomen', in vers 9 maakt dan dat we dit heel letterlijk moeten nemen als omhoog komen uit de aarde. Dat betekent dat satan zijn complete leger van geesten nog oproept om nog een poging te mogen doen om Gods kinderen, die 1000 jaar in vrede hadden geleefd, aan te vallen. Die korte tijd wordt traditioneel beschreven als een tijd die heel heftig zal zijn, maar dan wordt uitgegaan van de eindtijd waarbij alle volken nog leven. Hier blijkt dat eigenlijk die korte tijd er alleen maar is zodat satan zijn leger mobiliseert en vervolgens als het zover is, voordat hij iets kan doen, door het vuur van God verteerd wordt.

De andere uitleg is dat het hier gaat over de opgestane ongelovigen die bij de grote eindstrijd omgebracht zijn. Maar dat is lastig, want het feit dat ze met vuur verbrand worden, maakt dat er geen mogelijkheid is voor het oordeel. Uiteindelijk zullen gelovigen en ongelovigen straks geoordeeld worden voor de troon van God. Dan zou het toch gaan om de complete legermacht van satan die nog even iets mag proberen. Maar dan is de vrede die er was, ook echte vrede en blijvende vrede voor de gelovigen! En is er op dat moment nog maar één ding: satan en zijn leger komt definitief om.

Gebed: Jezus, ik blijf maar stil bij al deze gedachten omdat ik niet geloof dat ik ooit het laatste woord hierover kan zeggen. U hebt de controle, tot in eeuwigheid.