Thema: God is…

“Toen de HEERE bij hem voorbijkwam, riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw.” (Exodus 34:6)

We hebben de start van deze serie gedaan vanuit hoe wij God vaak als eerste beschrijven. Bewust, omdat het feit dat God er is en dat Hij liefde is en daarom liefde geeft, de basis is van Wie God is. Toch, als we aan God vragen om Zichzelf te beschrijven is het wel de vraag of Hij ook op deze manier zou beginnen. Dat Hij begint met dat Hij er al zijn, dat kan niet anders. Zo is Zijn Naam. Maar wat komt dan daarna? Dat vertelt Hij Zelf op een moment dat Hij Zijn Eigen Naam uitroept, alleen zelfs dan ga je nog te snel.

Het is met Mozes begonnen dat God Zichzelf echt bekendmaakte. Meer nog dan bij Abraham bijvoorbeeld. Je zou bij die bekendmaking in Exodus 3 nog een toevoeging moeten maken in een richting die voor ons misschien niet altijd zo duidelijk is. Mozes ontmoet God Die Zijn volk komt verlossen en apart komt zetten. Dat begon wel in Genesis 12, bij Abraham, alleen dat was toen niet meer dan een roeping. Wat er tot op dit moment nog steeds niet is, is een afspraak tussen God en Zijn volk. Met andere woorden: Het verbond tussen de twee partijen, God en Zijn volk is nog niet gesloten. Ik weet niet of het je wel eens is opgevallen, maar tot Mozes wist Israël niet eens wat God echt van hen vroeg.

Als Hij met Mozes begint, moet Mozes tegen de farao zeggen dat God Zijn volk in de woestijn wil zien om een feest te vieren tot eer van Hem. Dat lijkt op een soort truc om Israël weg te krijgen, maar dat is het niet. Ja, God wil daar een feest hebben en Hij wil niet dat het volk nog terug zal keren, want Hij wil het bevrijden. Toch is het ook helemaal waar dat God daar in de woestijn iets bijzonders wil doen. Hij wil daar het verbond met Zijn volk sluiten. Het woord verbond is niets anders dan een overeenkomst tussen twee partijen.

Dat dit Gods bedoeling was, is voor Israël (en misschien ook voor ons) nog lang niet zo duidelijk. Als ze dan in de woestijn op Mozes wachten die de berg is opgegaan en hij daar veertig dagen en nachten blijft, dan blijkt het volk helemaal niet te beseffen dat God op dit moment bezig is om het verbond op steen te zetten. Ze vallen dan al van God af en beginnen met de gouden kalveren. Als Mozes dan voor de tweede keer de berg op gaat, vraagt hij vooraf om God te mogen zien. En dat is het moment dat God, Die een verbond met Zijn volk wil sluiten, meer zegt dan alleen Zijn Naam. Als Mozes in een rotsspleet staat en God voorbij komt, terwijl Mozes Hem niet volledig mag zien, roept God Zijn Eigen Naam uit. Hij is de God Die er zal zijn.

Wat er ook gebeurt, wat Israël ook doet, al laat het God helemaal in de steek: God zal zijn! Dit is het beeld van de Vader uit de gelijkenis van de verloren zoon. Terwijl Israël wegloopt, blijft God staan. Op de uitkijk zelfs. God zegt dat Zijn Naam is: IK ZAL ER ZIJN. Al loop je weg, Ik niet! En om dat te onderstrepen spreekt God twee keer Zijn Naam uit tegen Mozes. Hij noemt nog meer eigenschappen, maar het begint met ‘IK ZAL ER ZIJN, IK ZAL ER ZIJN’. Dit is God Die het verbond aangaat. Zelfs als mensen het verbond met Hem verbreken, blijft Hij wachten.

Als je naar Israël kijkt zal God straks tonen dat Zijn Naam niet alleen is dat Hij is, maar dat Hij ook is gebleven. Misschien dat je denkt, dat is wel erg makkelijk gezegd, maar als we dan de zin uit deze tekst met de andere eigenschappen afmaken, zul je zien dat dit God werkelijk is: De God van het verbond waarbij Hij trouw blijft.

Gebed: Heer, U bent zo anders dan wij. U blijft zijn! U bent en U blijft.

Tags: