Thema: Eerste brief van Petrus

"Door Wie Hij ook, toen Hij heenging, aan de geesten in de gevangenis gepredikt heeft." (1 Petrus 3:19)

Toen Jezus is opgestaan en is heengegaan naar de hemel heeft Hij tegen de geesten in de gevangenis gepreekt. Hoe leg jij deze woorden uit? Petrus sluit hiermee het derde hoofdstuk van zijn brief af en dat is een hele lastige passage. Om zo maar even een paar vragen op te roepen: Over welke geesten heeft Petrus het als hij schrijft dat Jezus terwijl Hij heenging tegen de geesten heeft gepreekt. En als je verder leest zegt hij dat het gaat over hen die voorheen ongehoorzaam waren. En om het nog ingewikkelder te maken: Dat waren geesten in de tijd dat God in Zijn geduld nog eenmaal wachtte in de dagen van Noach. Het uiteindelijke gevolg van wat die geesten hebben gedaan is dat er maar acht mensen overbleven die behouden werden en daarin zit ook een teken van de doop. Wat bedoelt Petrus?

Daarbij komt nog dat dit hele lastige stukje niet meer lijkt te zijn dan een bijzin. Het gaat nog steeds om het onterecht lijden wat je als gelovige kunt meemaken en waar Petrus schrijft dat je beter kunt lijden terwijl je goed doet dan dat je moet lijden omdat je kwaad hebt gedaan. Jezus leed ook terwijl Hij goed deed. En wat is het gevolg geweest? Hij stierf, maar Hij stond ook weer op. Op dat laatste ligt de nadruk. Iets van 'weet dat als je onterecht lijdt omwille van Jezus, dat er een leven klaarligt, dat alles zal vergoedden'. En dan die bijzin. De Geest liet Hem opstaan en door Die Geest heeft Hij ook aan de geesten in de gevangenis gepreekt. Om iets te begrijpen van de geesten waartegen Jezus heeft gepreekt terwijl Hij heenging, moeten we even terug Noach.

In de tijd van Noach waren er de zonen van God die zagen dat de dochters van de mensen mooi waren. Dat staat in Genesis 6:2. Er blijft altijd wat discussie over die zonen van God. Wie zijn dat geweest? In ieder geval hebben die zonen van God ervoor gezorgd dat God een gruwel kreeg van de wereld die Hij had gemaakt. God wachtte toen met de zondvloed. Er zijn nog 120 jaar gekomen waarin God geduld had met de mensen. De oorzaak lijkt dan te liggen bij de zonen van God die zich vermengden met de dochters van de mensen.

Als je vervolgens kijkt naar wat Petrus schrijft zie je een lijn lopen. Het gaat om de geesten die voorheen ongehoorzaam waren in de tijd dat God in Zijn geduld nog eenmaal wachtte in de dagen van Noach. God wachtte dus niet vanwege ongehoorzame geesten, maar God wachtte vanwege de mensen. En de gevangenis waarover Petrus schrijft is in ieder geval geen letterlijke gevangenis, maar een geestelijke. De zonen van God, uit Genesis 6 en de ongehoorzame geesten lijken dus dezelfde wezens te zijn. Het lijkt hier dus te gaan om gevallen engelen. Deze zijn de hemel uitgezet en op een bepaalde manier gevangen gezet in de geestelijke wereld waar ze macht hadden gekregen over de aarde.

De oorzaak van de ellende in de tijd van Noach is dezelfde oorzaak als de ellende van de zondeval. Satan en zijn demonen zijn bezig om de wereld kapot te maken omdat ze uit de hemel zijn gezet en de mensheid laat zich verleiden. Wij zijn verantwoordelijk, maar er is voor ons een weg terug door Jezus Christus. Voor de ongehoorzame geesten niet. Zij zitten in hun geestelijke gevangenis waarin geen bekering mogelijk is. Er is voor hen geen weg meer terug en toen Jezus opstond en naar de hemel ging heeft Hij tegen hen gepreekt. Hij heeft de demonische machten verteld dat hun lot vaststond. En dat kon Jezus, als de opgestane Heer, Die onterecht had geleden, ook oprecht zeggen.

In de opstanding van Jezus heeft Hij ook het lot bezegeld van die demonische machten en dat weten ze nu ook. Deze machten hebben de macht en kracht van Jezus gezien en de wraak die Hij oefende over hen, want door hen was Gods wereld zover kapot gegaan, dat God slechts acht mensen heeft gered. Noach en de zijnen kwamen niet om in het water, maar werden in de ark, door het water heen gebracht. Dat is wat Jezus deed als de Ark. In Hem komen wij door het water van de zonde heen en worden we gered en onderweg vertelt Jezus de demonische machten dat hun spel uit is. Dus als je gedoopt wordt, worden niet alleen je zonden afgewassen en komt er innerlijke heiliging, maar door het doopwater zien de geestelijke ongehoorzame en demonische machten hun nederlaag. Bij de doop gebeurt er dus iets in de geestelijke wereld. Iets van de demonische machten die proberen die acht mensen te grijpen om te voorkomen dat Jezus uiteindelijk geboren zou worden, maar ze grijpen mis en zo grijpen ze door jouw doop heen ook mis, omdat Jezus je er doorheen haalt.

En nu zit Jezus in de hemel en alle machten liggen onder Zijn voeten. Dat is de werkelijkheid waarover Petrus hier in een paar zinnen schrijft.

Gebed: Heer, dank U wel dat U de machten uit de hel hebt verteld dat U hebt overwonnen en dat U ons door het water heen tot in het eeuwige leven zult brengen.

Tags: