"Want zie, de winter is voorbij. De regentijd is over, helemaal voorbijgegaan." (Hooglied 2:3-14)

De bruid beschrijft haar Liefste als een vervolg op de uitspraak van de Bruidegom dat zij een lelie is tussen de distels. Misschien heb jij je net eenzaam gevoeld en is ook je eenzaamheid herkenbaar tussen de distels. Alsof je een vreemde bent in deze wereld en ergens klopt dat natuurlijk ook. Natuurlijk valt het op dat dit meisje een lelie is tussen de distels, maar het laat ook haar kwetsbaarheid en eenzaamheid zien. Die distels groeien hard en overwoekeren die lelie, hoe mooi dat deze er ook tussenuit springt. Maar is het misschien wel juist daardoor waarom de bruid aansluit bij deze beeldspraak uit de natuur?

Ze vergelijkt haar Liefste met een appelboom tussen al die andere bomen in het woud. Ook zij gebruikt een beeld dat haar Liefste uitzonderlijk is en eruit springt, maar ze verlangt ook naar zorg, naar veiligheid en geborgenheid. Dat spreekt ze intens diep uit. Juist dat is zo belangrijk voor haar. En ze is ook kwetsbaar, dat bleek al uit het eerste hoofdstuk. Ze was verstoten en eenzaam, ze is zwart en ze telt niet mee. En nu haar Liefste haar vertelt hoe bijzonder zij voor Hem is, spreekt ze ook het verlangen naar Zijn kracht uit over haar leven. Ze wil in Zijn armen liggen. Eigenlijk is het al zo lang moeilijk geweest. En tegelijk wil ze ook de tijd krijgen om de liefde toe te laten in haar leven. Ze vraagt zelfs of anderen het niet gaan aanwakkeren.

En als Hij dan in haar beeldende woorden komt aanhuppelen over de bergen als een hinde en naar haar toekomt, dan herhaalt ze de woorden die Hij tegen haar heeft gesproken. Hij heeft haar toegeroepen dat ze moet opstaan en als Zijn liefste naar Hem moet toekomen. En dan die woorden: "De winter is voorbij, de regentijd is over." Wat een beeld van het heden met je Liefste. Zeker bij dit meisje, zo kwetsbaar, zo alleen en eigenlijk een leven dat als de dood was. Dat is ons leven hoe het was toen Jezus er niet was. Ons leven was als de winter waarin alles dor en doods was.

Zo was het, toch? Totdat Jezus in je leven kwam en zei: "En nu is de winter voorbij, Mijn liefste, nu mag je tot leven komen." Het is alsof het voorjaar is geworden in je leven vanaf het moment dat Jezus kwam. Vanaf dat moment kwamen de bloemen en de vruchten in je leven te voorschijn. En Jezus blijft het je zeggen: "Kom, kom en kom." Hij wil verder met je, elke dag. Hij wil het volle leven met je delen, tijden vol vruchten, tijdens waarin de tortelduif te horen is. Tijden dat jij je mag laten zien aan Hem zoals je bent.

Jezus heeft de winter voorbij laten gaan en de lente in je leven gebracht en Hij wil je alles geven aan liefde, alles aan bescherming en allen eenzaamheid en dorheid is voorbij. Het leven is volop begonnen en je mag het leven met Hem.

Gebed: Mijn Liefste, U bracht het leven in mij, U veranderde de winter in lente en Uw liefde en Uw bescherming maakt dat ik nu echt mag leven.

Tags: