"Maar de Israëlieten pleegden trouwbreuk met wat door de ban gewijd was, want Achan, de zoon van Charmi, de zoon van Zabdi, de zoon van Zerah, uit de stam van Juda, nam van wat door de ban gewijd was. Toen ontbrandde de toorn van de HEERE tegen de Israëlieten." (Jozua 7:1)
 
Over verantwoordelijkheid gesproken, maar ook over bizarre afloop gesproken. Dat is het eerste dat bij mij opkomt als ik dit hoofdstuk lees. Er was dus blijkbaar iets niet goed gegaan bij de overwinning van Jericho. Alles leek wel met de ban geslagen te zijn en alles leek wel met vuur verbrand te zijn, maar het tegendeel blijkt helaas waar te zijn. En het ergste is dat het volk dit zelf niet in de gaten heeft. De eerste die het ziet is God Zelf. God ziet dat de Israëlieten trouwbreuk pleegden. Israël, maar klopt dat wel?
 
Nou ja, wij zeggen zo graag dat onze God een Verbondsgod is. Dat is zo fijn, God werkt door de geslachten heen en in dit verbond zit ook een bepaalde trouw van God in die ook beschermend voor elkaar werkt. Als de leider van het volk Gods wegen blijft gaan, ontvangt het volk de zegen, als ouders gehoorzaam zijn aan Gods geboden, delen de kinderen in de zegen.
 
Maar hier gebeurt nu eigenlijk het tegenovergestelde. De vloek van trouwbreuk werkt ook door. En de omvang is ongelofelijk. En ergens worstelen wij dan wel snel met de vraag: “waarom zijn de gevolgen dan voor het hele volk?”. Want Achan heeft zijn handen niet kunnen thuishouden toen hij de buit zag. Kostbare dingen heeft hij meegenomen. Stiekem, blijkbaar wist niemand onder het volk er van dat Achan dit had gedaan.
 
Maar voor God is niets verborgen. Sowieso is er in de geestelijke werkelijkheid om ons heen niet veel verborgen. Daar is meer zichtbaar dan we beseffen en de duivel zal vroeg of laat gebruik maken van de bestaansgrond die hij krijgt. Maar in dit geval blijkt dat God dit heel hoog opneemt. Achan brengt de vloek over het leger en een nederlaag bij Ai is het gevolg. Er is iets in het leger, waardoor de strijd verloren wordt.
 
God zegt zelfs dat als de ban in het leger is, je niet zal kunnen standhouden tegen de vijand. Denk even na over deze woorden. God wordt in vers 1 toornig op het volk, maar nergens lezen we dat God deze nederlaag geeft. Het blijkt dat ze door de ban in het leger niet kunnen winnen. God houdt eigenlijk hier Zijn trouw in en dan heeft de vijand alle ruimte. Gods trouw over Israël kan niet samengaan met trouwbreuk. Zonde en Gods trouw kunnen niet samen. Het ligt dus niet aan God dat dit gebeurt, maar de zonde van Achan, heft de trouw van God op.
 
Maar tegelijk is dit wel wat er gebeurt als wij in de geestelijke strijd strijden, terwijl er zonden in ons leven zijn. Dan is de ondergang onvermijdelijk. Delen in de overwinning is één, maar werkelijk rein in de strijd staan is de andere kant. En als jij merkt dat de overwinning op satans macht uitblijft, is het misschien goed om eens te bedenken welke ban er in jouw leven nog is, waardoor satan zo sterk is.
 
Gebed: God van de legermachten, als er iets is in mijn leven waardoor ik in de geestelijke strijd niet bekwaam ben om te strijden, laat U het mij dan zien. Ik wil heilig en rein in de strijd staan.
Tags: