"En hij greep de draak, de oude slang, en bond hem voor duizend jaar, en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin op en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer zou kunnen misleiden, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen zouden zijn. En daarna moet hij een korte tijd worden losgelaten." (Openbaring 20:2 en 3)
Er zijn van die gedeeltes in de Bijbel die je het liefst maar zou willen laten rusten, omdat je er niet helemaal uit kunt komen. Gedeelten waarvan je denkt: dat zien we dan rond die tijd wel hoe het zal zijn. Openbaring 20 is zo'n soort hoofdstuk. En ik heb heel lang gedacht: "je gelooft dat het duizend jarig rijk straks komt of je gelooft dat het er al is", maar hoe meer ik er over nadenk en lees wat er staat, kom ik ook tot de conclusie dat dit wel heel makkelijk gedacht is.
We gaan een poging doen, maar ik zeg er ook eerlijk bij, dat ik geen absolute garantie ga geven. Wat lezen we in Openbaring 20? We lezen dat er een engel uit de hemel komt. En die engel komt, direct na de laatste eindtijdstrijd waarin de complete legermacht van satan is verslagen en in ene keer in de poel van vuur is geworpen. En dan blijkt dat satan als de grote aanvoerder nog vrij rondliep. Deze engel grijp satan en bindt hem met een ketting voor duizend jaren.
De traditionele gedachte tegen een duizendjarig vrederijk ligt dan vooral op het punt dat satans duizend gebonden jaren begonnen zijn vanaf de opstanding van Jezus. Vrede en de eindtijd zouden dan door elkaar heenlopen. Toch loopt dit vroeg of laat vast. Want direct nadat satan is gebonden, ziet Johannes tronen en op die tronen zitten 'zij'. Wie dat zijn wordt niet duidelijk. Zijn dat de volken die niet meer verleid kunnen worden vanwege de gebonden satan? Dat lijkt niet te kloppen, omdat het maximaal aantal tronen in Openbaring telkens 24 was.
Daarnaast vindt er een eerste opstanding plaats. Wil je bij de traditionele uitleg blijven dan zouden dit de doden zijn die opstonden op de Pinksterdag, maar dat lijkt onmogelijk omdat zij de strijd met het beest niet hebben meegemaakt. Tegelijk zijn er ook die geloven dat het duizendjarig vrederijk een tweede kans is voor degenen die ongelovig zijn gestorven. Dit gaat echter helemaal niet op, want er staan alleen gelovigen op bij de eerste opstanding. Degenen die opstaan zijn degenen die niet gebogen hebben voor het beest en ook zijn teken niet dragen. De overige doden, zullen niet opstaan, staat er gelijk achteraan.
De vraag die dan opkomt is wie dat de volken zijn die satan in deze duizend jaar niet meer kan verleiden? Er zijn toch helemaal geen volken meer over? Die hadden zich in het vorige hoofdstuk immers bijeen verzameld om de strijd tegen het Lam aan te gaan en die zijn met het beest allemaal omgekomen. Daar bestaat eigenlijk geen onduidelijkheid over. Dan zouden die volken die satan niet meer kan verleiden, degenen zijn die zijn opgestaan bij de eerste opstanding. Zij zullen regeren, duizend jaar, zonder dat satan rondloopt op aarde. Waarschijnlijk kunnen we zeggen dat dit wellicht alle gelovigen zijn die opstaan, want zij worden zalig en heilig genoemd en de tweede dood heeft over hen geen macht. Morgen komen we echter dan nog een keer 'volken' tegen en wat is het doel dan?
Gebed: Jezus, ik blijf nu maar even stil, omdat mijn verstand niet alles op een rijtje krijg, maar U hebt wel de controle!