"Met het oog op Israël zegt Hij echter: Heel de dag heb Ik Mijn handen uitgebreid naar een ongehoorzaam en tegensprekend volk." (Romeinen 10:21) 

Maar hoe kan het dan, dat als de verzoening, de gerechtigheid, dan zo dichtbij is, dat Israël dit toch niet heeft geloofd? En als het geloof begint bij dat het gepreekt moet worden om het te kunnen horen, heeft Israël het dan niet gehoord? Die vraag zou je kunnen stellen, zoals Paulus deze ook stelt, maar tegelijk maakt Paulus duidelijk dat het dit niet is. Het heeft er niets mee te maken dat Israël het niet gehoord zou hebben. Het is tot aan de uiteinden van de wereld te horen geweest. Maar wat is het dan wel?

 

Eigenlijk begon het natuurlijk al veel eerder. Het begon al in de woestijn op weg naar het beloofde land. Toen was God zo dichtbij, Hij had hen gered en God was altijd bij hen, maar toch wilden ze niet luisteren. Ze waren een ongehoorzaam en tegensprekend volk. Zelfs Mozes klaagt op een gegeven moment dat dit volk zo'n moeilijk volk is. En zelfs Mozes heeft het volk al gewaarschuwd dat wat geen volk van God was, dat zou het volk van God tot jaloersheid verwekken. 

In de aard is Israël een volk geweest dat niet wilde luisteren. Dan is het heel verleidelijk om te zeggen: "Dat moest zo zijn, want daardoor kon God met het heil naar de heidenen." Maar dat is niet wat Paulus ooit zegt. De verantwoordelijkheid ligt helemaal bij Israël. En hun weerstand was zo groot, dat hoe makkelijk het ook had kunnen gaan, ze wilden het niet. Als God zelfs zo genadig is dat Hij gevonden wilde worden door degenen die naar Hem niet zochten, als God Zich openbaarde aan hen die naar Hem niet vroegen, hoe kan het dan dat een volk dat zo dichtbij God mocht komen, toch het Evangelie niet hoorde? 

God is elke dag, dag in, dag uit met Israël bezig geweest. God heeft Zijn handen uitgestrekt naar dit volk. Onbegrijpelijk wat een geduld heeft God gehad met Israël. En het was zo eenvoudig, maar toch wilde het volk niet luisteren naar de genade van God die in de wetten zichtbaar werd. En zo kozen ze uit ongehoorzaamheid om aan Jezus voorbij te gaan. 

Wij zijn geen Israël, dat worden we nooit ook. God liet Zich vinden door ons. Maar tegelijk is dit ook een waarschuwing voor de kerken in Nederland. Want hoe ongelofelijk veel genade heeft God zichtbaar gemaakt in Nederland? En toch blijken velen Jezus te makkelijk te vinden en leven aan Hem voorbij omdat ze het moeilijk willen maken. Waarom blijven zoveel kinderen van God in onze omgeving worstelen met vragen als: Zou het toch niet te makkelijk gaan? Het heeft te maken met hetzelfde als Israël. Velen horen het wel, maar blijven ongehoorzaam en blijven tegenspreken. Niet op een onbeschofte manier, maar op een nette godsdienstige manier. En als jij in Christus bent, hoe vaak ervaar jij de macht van deze ongehoorzaamheid soms opdringen? Israël raakte de verzoening kwijt, maar hoever zijn wij in Nederland op dit punt al terecht gekomen? Alleen Jezus? Ja, alleen Jezus! 

Gebed: Vader in de breedte van de kerk is het overal aanwezig, het geloof van een Jezus plus. Maar ik geloof in Jezus alleen, zonder iets van mij. U strekt Uw handen uit naar mij en ik wil eenvoudig gewoon rusten in Uw armen.

Tags: