"Doen wij dan door het geloof de wet teniet? Volstrekt niet, maar wij bevestigen de wet." (Romeinen 3:31) 

Soms kom je mensen tegen die zeggen: "De wet, daar heb ik niets meer mee te maken, ik ben vrij van de wet, want ik ben onder de genade." Jezus zei al: "Denk niet dat Ik gekomen ben om de wet te ontbinden." Sommigen denken dat nu duidelijk is dat de wet toch niet zaligmaakt, de wet zinloos is en nodeloos. Je zou er niets meer mee te maken hebben. We zijn toch vrij?

 

Het zou makkelijk zijn dat we zo een bepaalde optelsom zouden kunnen maken, maar dat is nadrukkelijk niet wat Paulus bedoelt. Het is niet de bedoeling dat hij zou zeggen: "Leef nu maar raak, want er is nu toch genade." De wet van God is verre van zinloos, maar wat Paulus alleen wel zegt is dat de wet ons nooit rechtvaardig kan maken. Sterker nog, Paulus bevestigt de wet omdat het Gods maatlat is waardoor blijkt dat de genade ook werkelijk de enige manier is om door zalig te worden. Want de wet ontmaskert ons, de wet laat ook zien wat God bedoelt met zonden. En dus is er nog maar ene conclusie: "God is genadig in het aanbieden van Zijn gerechtigheid door het geloof in Jezus." 

Tegelijk is de wet niet afgeschreven. Jezus herschrijft eigenlijk de wet nog in de Bergrede. Daar laat Jezus alles terugkomen als regel van het Koninkrijk. Het is opmerkelijk dat de wet een dubbelfunctie blijft houden. Aan de ene kant de functie van ontdekking en aan de andere kant laat de wet ons ook zien hoe we in de genade naar Gods wil moeten leven. Want genade werkt het verlangen uit om aan Gods beeld te gaan voldoen. 

De uitspraak van Paulus dat hij de wet bevestigt heeft hier ook alles mee te maken. Die bevestiging die er in zit, zit vooral ook hierin dat Paulus zegt dat de wet duidelijk maakt dat God waarheid is. En natuurlijk daardoor zegt de wet dat er niemand rechtvaardig is, maar de wet zegt ook dat dit Gods hart is wat daarin klopt. Paulus heeft aangetoond dat het oordeel van God in overeenstemming is met de waarheid. En daarmee is ook aangetoond dat de wet Gods bedoeling is voor ons leven nu en straks ook in eeuwigheid. 

Paulus heeft het hier niet over de vervulling van de wet rond de offers. Die geldt niet meer, maar het gaat Paulus hier alleen om de wet waarin Gods grondwet ligt opgesloten. Niet de wet van offers en andere voorschriften voor Israël, maar de universele wet die voor de hele mensheid geldt en die in ons hart is ingeschapen. Dus de wet zorgt niet voor rechtvaardiging, maar de wet zorgt voor ontdekking en een hele concrete aanwijzing hoe God Zijn Koninkrijk op aarde wil zien. En als wij de Tien Woorden van God helemaal serieus zouden nemen, zou het werkelijk de hemel op aarde zijn. Dat is het Vaderhart van God, een wet die functioneert door de liefde en waardoor Gods liefde voor ons zichtbaar zal zijn op aarde. 

Gebed: Vader, Uw wet is het allerbeste als leefregel van elke dag. Ik heb er niets aan om gerechtvaardigd te worden, ik wil ook niet door de wet vrijgesproken worden, maar ik verlang om alleen maar van Uw genade te leven.

Tags: