"En zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in de kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg." (Lukas 2:7) 

En dan heb je een plek gevonden, terwijl de weeën bij Maria ondertussen doorzetten. Een plek, maar wat voor een plek. En stal met een voerbak. Of er dieren waren op dat moment weten we niet, of het een stal onder een huis was weten we niet of een plek ergens in het veld van Bethlehem. Het maakt ook helemaal niet uit. Elk comfort ontbreekt, geen hygiënne, geen veilige plek. Er is niets. En daar, midden in de troosteloosheid van deze stal, brengt Maria, Jezus ter wereld. Gods Zoon, God Zelf!

 

De vraag die bij je op kan komen is de vraag of God dit niet anders had kunnen bedenken. Met de Redder van de wereld, met Zijn Eigen Zoon zou Hij toch wel veiliger kunnen omgaan dan wat hier gebeurt? Ik hoop dat het bizarre van het verhaal wat aan je begint door te dringen. Er is helemaal niets moois aan deze geboorte, als je naar de omstandigheden kijkt. Geen enkele medische hulp, geen enkel advies van een vrouw die Maria kon begeleiden, alleen God in de hemel Die het, ondanks alles, niet uit de hand loopt. Alleen of Jozef en Maria dat op dit moment hebben kunnen bedenken is maar zeer de vraag. 

En toch ging God door met Zijn plan, op deze uitzonderlijke manier. Geen vader zou het zo plannen, behalve deze Vader in de hemel. Niemand zou dit bedenken, niemand zou zijn kind dit willen aandoen als hij er controle over had, maar God maakt andere keuzes. Want Gods plan met deze wereld is dat iedereen gered kan worden. Jezus komt niet ter wereld in een prachtig paleis, Jezus komt niet eens ter wereld in een herberg, want daar heb je nog steeds geld voor nodig om aanwezig te mogen zijn. Jezus komt ter wereld op die plaats waarvan niemand, maar dan ook niemand kan zeggen: "Ik kon er niet bij." In een stal is iedereen welkom, in een stal staat geen butler om je tegen te houden omdat je kleding te vuil is, in een stal staat geen koninklijke hofhouding die kijkt of je de juiste kleding aan hebt. In een stal zijn er hooguit hooggeplaatsten die het er moeilijk mee hebben om hun keurige schoenen te bevuilen om te buigen voor de Koning van de koningen en de Heer van de heren! 

God zocht voor Zijn Zoon de plaats uit dat zelfs de outcast van die tijd Hem zouden kunnen aanbidden. Mensen zonder vaste woon of verblijfplaats die normaal zich in het veld ophielden, zelfs zij kunnen knielen voor Jezus. Het maakt niet uit wie je bent, het is alleen de vraag of jij de stal kan accepteren, of jij daar binnen wil gaan, zelfs als je daardoor vuile voeten krijgt of je kleren stoffig worden. Als dat geen bezwaar is, kun je bij Jezus knielen. En dat is Gods plan geweest, juist de outcast, juist degenen die niet meetelden, telt God er wel bij. Herders, hoeren, zondaars en moordenaars, koningen prinsen en ministers en alles wat er tussen zit, Jezus is voor iedereen toegankelijk. 

Gebed: Heer, U daalde neer in mijn leven, in onze wereld en in ons bestaan. Zonder franje voor de wereld, maar in glans voor mij en al mijn broers en zussen die in U geloven. Jezus, ik aanbid U.

Tags: