"Door het geloof heeft Izak zijn zonen Jakob en Ezau gezegend, met betrekking tot de toekomstige dingen." (Hebreeën 11:20) 

Als je even stil staat bij de zonen van Izak, dan besef je dat dit vers in de brief aan de Hebreeën ook niet het eenvoudigste vers is. Als je er over nadenkt komen er toch al snel een paar lastige vragen omhoog. Het gaat hier over het geloof van Izak en met dat geloof heeft hij zijn zonen Jakob en Ezau gezegend. Maar ergens klopt hier toch niets van, want als Izak geloof had voor Ezau, dan heeft hij die zegen op Jakob gelegd. Dan klopt het geloof toch niet meer met de uitkomst? Of kan het geloof van Izak met betrekking tot de zegen aan zijn zoons ook nog een andere betekenis hebben?

 

De vraag is misschien ook wel wat wij doen met het zegenen? Doen wij dat nog, of is dat iets wat ver bij ons vandaan is komen te staan en hoe werkt dat dan? Uiteindelijk zullen wij nooit zegenen, maar zal dit altijd Gods werk zijn, door ons heen. En het is de vraag of wij dit durven geloven, met Izak en op basis daarvan durven om Gods stem te zijn door zegen uit te spreken over onze kinderen of anderen die op ons pad komen. 

Op het moment dat Izak een zegen uitspreekt met betrekking tot de toekomst van zijn zoons, dan moet hij òf van God gehoord hebben wat hij moet zeggen, òf hij krijgt de woorden van God op het moment dat hij ze uitspreekt. Want in de toekomst kijken kon ook Izak niet. We moeten er dus vanuit gaan dat de woorden die Izak sprak, dor God gegeven zijn. En dan kom je ook voorzichtig tot het antwoord op de vraag waarom Izak de zegen aan Jakob liet bestaan toen Ezau binnenkwam. Natuurlijk zou je nog kunnen zeggen dat een uitgesproken zegen niet meer te verbreken is, maar dan had Izak ook nog een vloek er tegenover kunnen zetten. Of is Izak er vanuit gegaan dat de woorden van zegen die hij uitsprak en die God hem in zijn mond legde, gewoon Gods woorden waren, onafhankelijk of hij wist dat het Jakob of Ezau was. 

Het is opmerkelijk dat elke zegen die in de Bijbel, concreet en gericht op de toekomst, werd uitgesproken, altijd woorden zijn geweest die hebben geklopt, maar waarvan degenen die ze uitspraken nooit wisten hoe de toekomst zou lopen. Die ontdekking is belangrijk en durven wij, op deze manier mensen concreet te zegenen in het geloof dat God ons woorden laat uitspreken. Ik ontdek heel vaak als ik bid met iemand, dat ik woorden uitspreek die ik totaal niet had bedacht en voorbereid. En heel vaak zijn dat dan woorden die precies kloppen. Durf jij te geloven dat Gods Geest je mond en je lippen overneemt en je die woorden van zegen laat spreken, waarvan Hij weet dat ze kloppen? Laten wij, terwijl wij op de komst van Jezus wachtend, zegenende, positieve woorden uitspreken over mensen om ons heen en geef God de ruimte om die woorden van zegen te formuleren! 

Gebed: Heer, raak mijn lippen aan en geef mij telkens geloof als U mij woorden van zegen laat uitspreken. Leer mij hierin in contact staan met U en laat mij scherp zijn op wat U wilt dat ik hierin zal doen.

Tags: