"En zij zeiden tegen elkaar: Was ons hart niet brandend in ons, toen Hij onderweg tot ons sprak en voor ons de Schriften opende? En op datzelfde moment stonden zij op en keerden terug naar Jeruzalem, en vonden de elf discipelen en hen die bij hen waren, bijeen." (Lukas 24:32 en 33) 

Uiteindelijk was het vuur in hun hart nooit uit geweest. Weet je wat de troost is van geloof? Dat kan uiteindelijk nooit helemaal uit. Waar God geloof in je hart heeft gelegd en je ogen heeft geopend voor Jezus, daar zal er altijd iets blijven branden. Misschien is het maar smeulend, maar helemaal uit kan het nooit. Toen deze mannen dus weg gingen uit Jeruzalem, waren ze echt wanhopig, maar iets was er in hen dat zei: "Het kan gewoon niet waar zijn, er moet meer zijn."

 

Eén van de dingen waar ik al veel over heb nagedacht is dat diepste geloof, wat er ergens bij je zit, dat geloof dat je uiteindelijk moet aanspreken als er niets meer lijkt te zijn, dat is het geloof dat het bij God toch nog kan, al lijkt de hele wereld om je heen te geloven dat het voorbij is. En nu Jezus zichtbaar aanwezig was in hun bestaan, op dat moment weten ze dat het kleine beetje geloof, heel diep weg, wat een brandend hart was, dat dit alle hoop uiteindelijk levend heeft gehouden. Hoop tegen beter weten in en dan achteraf zeggen: "Was ons hart niet brandend in ons?" En wanneer was dat brandende hart voelbaar? Toen het Woord klonk, toen voelden deze mannen dat dit hun hoop deed aanwakkeren. 

Ik zou je willen vragen: "Wat geloof jij in de diepste hopeloosheid nog van de macht en kracht van God?" Ik merk dat ik zoveel geloof heb gekregen in Gods macht en kracht dat ik steeds meer heb leren zeggen dat zelfs een diagnose niet het laatste woord heeft. Al hangt Jezus aan het kruis, al ligt Hij in het graf, uiteindelijk was er een brandend hart dat toch bleef hopen. Misschien was het te klein om er woorden aan te geven. Maar zoiets als Abraham die Izak moest offeren en dat deed met het geloof dat God bij machte was om Izak uit de dood terug te geven.  

Als dit, diepste geloof wordt aangewakkerd, dan is het uiteindelijk niet meer te houden. Het was te donker om Jezus verder te laten gaan, maar nu hun hart weer in vuur en vlam staat, gaan ze terug, donker of niet, gevaarlijk of niet, ze gaan terug. Want dit moeten ze de discipelen gaan vertellen. Dit moeten ze in Jeruzalem weten. Dat is het kenmerk van een hart dat in vuur en vlam staat: Dan moet iedereen het weten, dan negeer je omstandigheden en dan ga je. Ik geloof dat de terugweg heel wat sneller is gegaan dan de heen weg. Terug naar Jeruzalem, weg uit Emmaüs, omdat de hoop in Jeruzalem is. Het enige dat dan voor jou en mij belangrijk is, is of we bereidt zijn om dat diepste stukje geloof aan te spreken en zo te blijven hopen, zelfs tegen beter weten in, omdat God meer is dan ons geloof. 

Gebed: Jezus, diep in mij brandt mijn hart altijd van geloof. Soms maar heel weinig, maar Uw geloof in mij kan nooit uit. Dat hart van mij met Uw woorden erbij, laat het ontvlammen, zodat ik weer uit kan delen.

Tags: