"Want U, HEERE, bent mijn toevlucht, De Allerhoogste hebt u tot uw woning gemaakt. Geen onheil zal u overkomen, geen plaag zal uw tent naderen. Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven dat zij u bewaren op al uw wegen." (Psalm 91:9-11) 

We begonnen dit jaar met Psalm 91. Het was eigenlijk de intro op het thema van de geestelijke werkelijkheid. God zal dit jaar ook Zijn engelen gebieden ons Zijn gelovigen te beschermen. Eigenlijk is Psalm 91 een voor ons gevoel bijna onmogelijke psalm. Geen onheil zal ons overkomen en geen plaag zal uw tent naderen. Het zal best, maar ook gelovigen overkomt toch echt wel onheil, ook als ze heen dichtbij God leven. Toch blijkt Psalm 91 een psalm te zijn waarbij de psalmdichter concrete bescherming heeft ervaren.

 

Het gaat er vooral om wat we in deze psalm leren over de manier waarop engelen in beweging komen. Uiteindelijk is er ook in het onheil bescherming van engelen. Zelfs als we sterven, zijn er engelen bij betrokken die onze ziel naar God brengen. Gisteren zagen we al dat engelen in beweging komen door ons gebed. Maar engelen komen ook op een andere manier in beweging. Ze komen in beweging op het moment dat wij onze schuilplaats bij God zoeken. Dat laat deze psalm heel duidelijk zien.  

De psalm begint al met de schuilplaats van de Allerhoogste, maar in vers 9 maakt de psalmdichter ook duidelijk dat hij de Allerhoogste tot zijn woning heeft gemaakt. Misschien spreekt hij zelfs in dat vers niet eens over zichzelf, maar veel meer over ook de anderen die om hem heen de toevlucht zochten bij God. Hij begint in de eerste persoon en uiteindelijk al in vers drie is hij overgegaan op de tweede persoon. Hij gaat heel snel van 'ik' naar 'u'.  

Je schuilplaats zoeken bij God, maakt dat geen onheil ons zal overkomen, zegt de psalmdichter. En waarom niet? Omdat als wij onze schuilplaats zoeken bij God, Hij Zijn engelen bevel zal geven om in actie te komen. Het klinkt soms zo makkelijk: als je je vertrouwen op God stelt, levert je dat echt niet altijd wat op. Maar deze psalm laat ons zien dat het wel iets oplevert. Niet alleen na dit leven, maar op het moment dat wij schuilen bij God, stuurt God Zijn engelen er op uit om ons te beschermen. 

Geestelijk leven in de woning van God, dus in de nabijheid van God, onder Zijn vleugels, werkt wat uit. Er komt beweging in de hemelse gewesten en de engelen zijn direct onderweg naar iedereen die de Allerhoogste tot zijn woning heeft gemaakt. Wonen bij de Allerhoogste is eigenlijk nog te zwak gezegd, het is meer dan dat. Waar woon je? Ik woon in de Allerhoogste! God is je woning, Hij is het dak boven je hoofd, het fundament onder je voeten en de muur om je heen. En als dat niet genoeg is, stuurt Hij ook Zijn engelen nog eens naar je toe. Een muur van bescherming, zodat je veilig bent. Ondanks dat die veiligheid niet hoeft te betekenen dat je op deze aarde nooit iets zal overkomen, maar uiteindelijk is je ziel volmaakt veilig en ook je lichaam heeft op deze aarde engelen om je heen! 

Gebed: Vader, Hoe Uw bescherming uiteindelijk precies zit in Uw raadplan weet ik niet, maar ik maak U tot mijn woning en ik geloof dat U vanwege mijn vertrouwen in U, ook U engelen zendt om mij te beschermen.

Tags: