“En toen Hij de tempel was binnengegaan, begon Hij hen die daarin verkochten en kochten, eruit te drijven.” (Lukas 19:48) 

Jezus is onder heel veel gejuich de stad binnengehaald. Heel veel gejuich, palmtakken, hosannageroep en men dacht dat ze een nieuwe, aardse koning hadden. De hele stad staat op zijn kop, ondanks dat de Farizeeën niet bepaald blij waren met Jezus. Zij en de vijand waren veel te veel op elkaar betrokken. En natuurlijk, zij wilden dit niet, maar het volk begrijpt het niet. Alles bij elkaar is dit niet wat het lijkt te zijn. En dan gaat Jezus, tijdens Zijn kroningstocht, die nog moet beginnen door Zijn lijden, naar de tempel.

 

En wat komt Hij daar tegen in de tempel? Dat wist Hij natuurlijk al lang. Hij was al zo vaak in de tempel geweest en al die keren had Hij gezien wat daar gebeurde. De hogepriester Annas had er een goedlopende handel in offerdieren. Tegen alle geboden van God in en tegen alle regels van de offerdienst in, maar de handel liep heel goed. Woekerprijzen voor een offerdier, terwijl een Jood zelf een offerdier van huis moest meebrengen. Maar dat maakte Annas allemaal niet uit, hij had een prachtige religieuze handel bedacht en hij at er meer dan een goede boterham van. 

Maar nu is het moment dat Jezus, nu het er toch om gaat spannen, nu op dit moment dat Hij weet dat Zijn einde nabij is gekomen, juist op dit moment weet Hij dat het Zijn tijd is om ook in de tempel duidelijk te maken dat dit niet is waar het om gaat. Dit is niet wat de bedoeling is. Alles wat moest heenwijzen naar Zijn Eigen komst, dat was vertroebeld door alle wetten en regels, dat was bijna onzichtbaar geworden, ook door de handel op het tempelplein. 

Juist die plaats, die God als heilig had aangewezen, omdat daar de heenwijzingen naar Jezus zichtbaar moesten zijn in de tijd van het wachten op de Messias, juist die plaats was ontheiligd en de offers die heenwezen naar de Messias deden dat niet meer. Maar dan komt het Lam van God, vlak voor Zijn Eigen offer het tempelplein op en Hij veegt het hele plein leeg. Niets geen gekochte offers, niets geen verontreinigde offerdienst, hier staat het Lam van God in Eigen Persoon en Hij veegt de vloer aan met alles wat God niet had bedacht. 

Zelden was Jezus zo radicaal. Maar wat is Jezus ook duidelijk voor ons. Ook in onze kerken moet het gaat waar het over moet gaan. En wat gebeurt er in onze kerken aan dingen die niet die dingen zijn die God van ons vraagt. Jezus vraagt ook van ons om de kerk als een heilige plaats te houden, een plaats waar Jezus en Zijn Koninkrijk centraal moet staan en alles dat daar niets mee te maken heeft, veegt Jezus aan de kant. Wij zijn niet zoveel beter als het volk van toen, echt niet. Laten wij eens teruggaan naar de kerk zoals Jezus die wilde zien toen Hij de bediening van Zijn Koninkrijk op onze schouders legde en Hij naar de hemel ging. Dan is er een heleboel dat er echt niet toe doet, terug naar de basis van het Evangelie van het Koninkrijk en niets anders. 

Gebed: Heer, ook wij hebben er zoveel bij bedacht dat niet Uw gedachten waren. Helpt U ons om de dienst aan U zuiver te houden en oprecht en laat Uw Koninkrijk in de kerk van nu weer zichtbaar worden zoals U het heeft laten zien in wat U deed.

Tags: