"Door haar loven wij God en de Vader, en door haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis van God gemaakt zijn." (Jakobus 3:9) 

De meest wilde dieren blijken wij in zekere zin te kunnen temmen. Dat blijkt een eenvoudigere klus te zijn dan het temmen van onze tong. Overigens is het best wel vreemd dat als je beseft dat als iemand het zevende gebod overtreedt er allerlei kerkelijke wetten in gang gezet worden, iemand mag geen Avondmaal meer vieren, mag geen leidinggevende taak meer uitvoeren, want hij of zij leeft in grote zonden. Maar tegelijk is het wel vreemd dat als iemand het negende gebod overtreed, wij dit eigenlijk heel normaal vinden. Leugens spreken en dus ook roddelen en zwartmaken van anderen, daarmee blijk je gewoon Avondmaal mee te kunnen vieren.

 

Vreemd eigenlijk als je bedenkt dat voor God zonde, zonde is. En toch maken wij dit onderscheid. Alsof er geboden van God zijn die verschillend in gewicht zouden zijn en als je dan ook nog bedenkt dat elk negatief woord dat wij spreken in feite een vloek is, dan begrijp je helemaal niet meer dat wij er over het algemeen zo makkelijk mee omgaan. 

Sterker nog, onze tong is soms meer een gespleten persoonlijkheid. Wij kunnen God loven en aanbidden, wij kunnen een tijd van aanbidding doorbrengen, die heel intens en op God gericht is, maar vervolgens kunnen wij binnen een halve dag ook net zo makkelijk anderen met onze tong kapot maken. Eigenlijk is dit wat Jakobus heel zwart-wit concludeert. En laten we eerlijk zijn, hij heeft wel echt een punt.  

Het kan toch niet waar zijn dat uit ene bron zoet water en zout water voortkomt? Heb je aan een druivenstruik wel eens vijgen zien groeien? Of heb je aan ene boom wel eens appels en bananen zien groeien? Nee, natuurlijk niet, dat kan niet. Waarom zou onze tong dan wel zegen en vloek kunnen uitspreken? Is onze tong ervoor bedoeld om iemand te vervloeken? Wij beseffen heel goed dat dit nooit Gods bedoeling is geweest. Waarom zouden we de duivel een plezier doen door slechte woorden te spreken waar zijn demonen vervolgens op reageren? 

Maar misschien zeg je: "Ik roddel nooit, ik spreek nooit slecht van iemand, ik pas altijd op mijn woorden." Ik zou zeggen: "Prijs de Heer als dit echt zo is." Maar wat doe je dan als je iemand anders hoort roddelen? Wat doe je als iemand anders iemand afbreekt door woorden? Laat je die bron van vergif dan wel doorgaan? Ik geloof dat roddel en negatief spreken ergens heel diep bij ons van binnen zit en dat we elkaar nodig hebben om ons hiervan bewust te worden. Ooit zat ik met iemand in de auto en ik zat achter het stuur. Op de rijksweg was er iemand niet erg handig aan het rijden en ik schoot uit mijn slof. Degene bij mij begon die chauffeur te zegenen. En weet je, ergens irriteerde het mij nog ook, want ik vond eigenlijk wel dat ik recht van spreken had. En ja, we mogen echt wel iemand vertellen als hij het fout doet, maar niet om hem af te breken. Als we die intentie hebben, laten we dan maar gaan zegenen. 

Gebed: Vader, mijn tong mag vanaf vandaag nooit meer een gespleten bron zijn. Dit sta ik niet meer toe! Mijn mond en mijn tong zijn bedoeld om U te loven en mijn naaste te zegenen.

Tags: