"Toen stuurde hij een bode en bracht hem. Hij was rossig, had mooie ogen en was knap om te zien. De HEERE zei: Sta op, zalf hem, want deze is het." (1 Samuël 16:12) 

De man naar Gods hart, die moet koning worden over Israël. God wil het niet met minder doen. God zoekt een koning naar Zijn hart. Maar wat opvalt is dat God die koning al heeft gezien onder de zonen van Isaï. Hij heeft daar een man gezien die het moet worden. En je kunt je afvragen waar een koning aan zou moeten voldoen? Zeker in die tijd was een koning niet alleen de man die het land regeerde, maar hij was ook de man die de strijd voerde, strategisch inzicht had en een man die ook werkelijk een man was en zijn mannetje kon staan.

 

Samuël moet daarom naar Isaï toe om een koning te zalven. Maar dat is eigenlijk niet eens mogelijk, want hoe zou Saul reageren op deze actie van Samuël? Toch staat Gods plan vast, het kan geen uitstel meer lijden. Niet dat Saul al aan het eind van zijn regeerperiode is gekomen, maar de koning naar Gods hart is een man die de komende tijd zich mag klaarmaken om het koningschap op zich te gaan nemen. Samuël mag eigenlijk met een list naar Isaï toe, hij moet daar een offer gaan brengen, zodat het niet opvalt wat werkelijk zijn doel is. 

Op het moment dat Samuël de stad binnenkomt, komen gelijk de oudsten van de stad naar hem toe om te vragen of zijn komst met vrede is. Blijkbaar was dat niet altijd zo vanzelfsprekend. Maar dan komt hij in het huis van Isaï. En hoewel hij voor een offer komt, laat hij elk van de zonen van Isaï aan zich voorbijtrekken. Wellicht heeft Samuël gezegd wat de bedoeling was. En uiteindelijk kijkt Samuël naar de beste karaktertrekken voor een koning. Hij kijkt naar hun lengte en hun postuur, hij kijkt naar hun voorkomen. Wat hij wel doet is luisteren naar Gods stem en dan is het opmerkelijk dat niemand van deze stoere kerels een man naar Gods hart is. Uiteindelijk vraagt Samuël dan maar of dit alle zoons zijn. En werkelijk, dan blijkt de jongste nog bij de schapen te zijn. Blijkbaar telde hij niet echt mee. Was David wellicht een zoon uit een andere relatie? We weten het niet. Maar God zegt dat Hij het hart aan ziet en niet wat voor ogen is. 

En dan komt David binnen. De jongste, knappe jongen, rossig en mooie ogen, maar hij komt helemaal niet over als een kerel. Je krijgt het gevoel van: moet dit een koning worden. Maar voor God maakt het niet uit wat zijn uiterlijk is, God kent het hart van David. Dat is de vraag als het gaat over koningschap, ook in Gods Koninkrijk: Hoe is je hart ten opzichte van God. Komt jouw hart overeen met het hart van God. Als dat er niet is, dan ben je niet geschikt voor een belangrijke post in Gods plan. Dat gold voor de koning van Israël, maar dat geldt ook voor ons nu. Ons hart moet afgestemd zijn op God, dan komt je plaats vanzelf, als ben je rood, schuchter, verlegen of introvert, God kijkt hoe je hart is, dat maakt jou geschikt. 

Gebed: Vader, U kijkt naar mijn hart, ik verlang om echt afgestemd te zijn op U, al is het soms zo moeilijk. Vorm mij hierin om een man als David te mogen zijn.

Tags: