"En aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest." (1 Korinthe 12:9)


Het is ondertussen wel duidelijk geworden dat als we het avontuur met God mogen aangaan, dat we informatie moeten krijgen bij God vandaan. Hebben we niet de Bovennatuurlijke inzichten, dan is het heel lastig om duidelijk te hebben welk avontuur God voor ons in gedachten heeft. Woorden van wijsheid en kennis hebben we daarom van de Heilige Geest niet voor niets gekregen. Toch is er nog meer. Vooral meer om ons naar uit te strekken.


Ik zou je de vraag kunnen stellen hoeveel geloof jij hebt voor onmogelijke dingen? Zijn er momenten dat jij ergens echt geloof voor had? Dit is namelijk niets iets dat wij maken, al vraagt God wel om geloof in Hem en geloof dat wij bergen kunnen verzetten, maar er is ook geloof dat een gave van de Geest is. En juist dit geloof hebben wij nodig om in onmogelijke situaties toch een stap te kunnen zetten.

Het kan zich uiten in de je echt geloof voor iemand hebt. Ik vind coachen heel erg gaaf, het is zo mooi om mensen te zien groeien. Leidinggeven aan teams gaat bij mij nooit alleen om het functioneren van een team, maar het gaat mij ook dat individuen mogen groeien. En dan zijn er momenten dat je gewoon geloof hebt voor iemand. Het geloof waar Paulus het over heeft bij de gaven van de Geest is niet het geloof in je redding. Het gaat niet om het geloof in Jezus Christus, het gaat over het geloof waarmee je bergen kunt verzetten. Het geloof waarmee Jezus de vijgenboom liet verdorren.

Het gaat dus om het geloof waarvan Jezus Zich afvraagt of dat geloof nog wel gevonden zal worden op het moment dat Hij terugkomt. Die uitspraak van Jezus wordt namelijk nog wel eens uitgelegd alsof er geen geloof meer zal zijn als Jezus op aarde komt, maar Jezus bedoelt daarmee het geloof in het de Bovennatuurlijke kracht van God. En dat geloof, daar moeten we ons naar uitstrekken, maar tegelijk is het ook een gave van de Geest.

Je voelt wel aan dat het nog wel heel lastig is om hier wat grip op te krijgen. Paulus zegt over de gaven van de Geest dat we moeten streven naar de beste genadegaven en als het dan over deze gave gaat, hoe streef je daar dan naar. Ooit zij een jongere tegen mij: “U gelooft echt in wonderen hè?” Ja, dat klopt, ik geloof echt in Gods bovennatuurlijke kracht. Als je deze gave niet hebt, of als je deze gave wegduwt en hem negeert, dan wordt het bijna onmogelijk om te bidden.

Als ik in het ziekenhuis zit en met iemand bidt waar veel mee aan de hand is, zou ik ooit gaan bidden als ik geen geloof had? En toch gaat het bij de gave van geloof nog iets verder. Op het moment dat die gave krachtig functioneert, kun je ook echt in geloof gaan staan. Als Petrus en Johannes bij de tempelpoort de verlamde man op zijn voeten zetten, dan was er op dat moment geloof. Het is het geloof dat weet dat God op dat moment ingrijpt. Dit is ook het enige antwoord op de vraag waar zoveel lef vandaan kwam dat Petrus en Johannes hem werkelijk overeind trekken.

Als je echt zegt dat je deze gave serieus wilt nemen, dan zeg je ook dat God echt het onmogelijk door jou heen mag doen. Dat gaat zover dat als de Geest deze gave van geloof geeft en Hij geeft geloof dat een dode zal opstaan, dan zal het gebeuren als jij op basis van dit geloof je uitstrekt naar het wonder. Het is dus niet alleen de Heilige Geest, maar het is aan jou om die momenten te gebruiken om een stap te zetten in dat geloof!

Gebed: Heer, ergens wil ik hier meer van, maar tegelijk is dit wel heel spannend, want als U mij ergens geloof voor geeft dat echt onmogelijk is, dan vraagt dat alles van mij om U dan te vertrouwen.

Tags: