“En zie er kwam een melaatse. Die knielde voor Hem neer en zei: Heere, als U wilt, kunt U mij reinigen.” (Mattheüs 8:2) 

Als je na alle verschillende manieren van communicatie met God in de Oude Testament verder gaat kijken in het Nieuwe Testament, dan verbaas je je misschien nog wel veel meer dan dat je dat al deed. Misschien zou je zelfs wel kunnen zeggen dat heel veel communicatie met God en met Jezus, eigenlijk over de grens gaat van wat je zou verwachten. Op het eerste gezicht lijkt dit bij de melaatse man in dit gedeelte wel mee te vallen, maar als je goed leest, is het heel anders.

 

Het lijkt namelijk heel eerbiedig, wat deze man bij Jezus vraagt. Soms zijn de vragen in het Nieuwe Testament aan Jezus veel sterker dan dat wij normaal zouden vinden. Dat valt bij deze melaatse man wel mee, maar er is meer aan de hand dan je denkt. Zou jij met je vraag naar God toe durven gaan terwijl je weet dat het eigenlijk niet mag, maar je toch beseft dat het je enige manier is om geholpen te worden? 

Het is bijna brutaal wat deze man doet als hij bij Jezus komt. Als er iets was dat absoluut niet mocht, dan was het dat een melaatse onder de mensen kwam. Iemand die melaats was leefde in afzondering, ver buiten de stad. Dus in de menigte komen en zo Jezus onder ogen komen dat was absoluut niet toegestaan. Dat was een wet die God Zelf had gemaakt. En daar vanaf wijken voor de Zoon van God, dat heb je wel heel veel lef! 

Dat is de achtergrond van deze man als hij bij Jezus komt. Hij weet één ding: “Jezus kan mij helpen”, en hij zegt er ook bij “als U wilt”. Niet dat hij het afdwingt, nog steeds is bepalend wat Jezus er mee zal doen, maar hoe hij door alle blokkades heen naar Jezus toekomt laat wel zien hoe hij de communicatie zoekt: Hoe dan ook, Jezus moet hem helpen, zelfs als hij daar alle regels voor moet negeren. 

En als hij dan met deze houding bij Jezus komt, dan wil Jezus hem ook helpen. En dat is toch opmerkelijk hoe Jezus omgaat met melaatsen en met mensen die eigenlijk geen enkel recht hebben om bij Hem iets te vragen. Waar iedereen uit de buurt van deze man zou blijven en hem terug zou sturen naar buiten de stad en in afzondering, wijst Jezus hem niet af. 

Het is niet eens dat de mensen hem uitspugen, maar het is omdat God deze wet Zelf had gegeven dat melaatsen niet onder de mensen mogen komen. Net als gisteren bij Hosea lijkt dit zo tegenstrijdig en lijkt het alsof God Zijn eigen regels soms negeert. Nu op een andere manier dan bij Hosea. Hier geeft het moed om dwars tegen alles in toch je hulp van Jezus te verwachten. Hij kan echt helpen, zelfs als je niet in Zijn buurt zou mogen komen omdat er dingen in je leven zijn waardoor je bij Jezus eigenlijk niet aan zou kunnen kloppen. En Jezus helpt, wat ook je geschiedenis is. 

Gebed: Heer, U bent genadiger en voller van liefde dan ik kan beseffen. Ik begrijp lang niet altijd hoe U handelt, maar U wilt doen wat nodig is in elk leven.

Tags: