“En dat die vriend van binnen uit het huis dan zou antwoorden en zeggen: Val mij niet lastig. De deur is al gesloten en mijn kinderen zijn bij mij in de slaapkamer; ik kan niet opstaan om ze u te geven.” (Lukas 11:7) 

Gisteren hebben we nagedacht over Jakob en dat hij God niet wilde laten gaan voordat hij een zegen van Hem ontving. Eigenlijk claimde hij de zegen en nam geen genoegen met minder. Toch kan deze houding vragen oproepen. Het kan vragen oproepen omdat er dan gezegd wordt dat we zo niet met God mogen omgaan. Toch kom je deze houding bij heel veel gelovigen in de Bijbel tegen. Tegelijk zit er ook een andere kant aan het verhaal: Gods kant!

 

En daar laat Jezus ons iets van zien hoe dat zit. Jezus heeft net gereageerd op Zijn discipelen, nadat ze Hem hadden gevraagd om hen te leren bidden. Dat was iets dat eigenlijk hoorde bij de rabbi’s van die tijd. Ook Johannes de Doper blijkt zijn discipelen geleerd hebben om te bidden. En als dan de discipelen van Jezus daar naar vragen, leert Jezus hen het ‘Onze Vader’. Maar daar blijft het niet bij. 

In ene adem gaat Jezus dan door en Hij legt hen uit wat God met een gebed doet. Of misschien moet je wel zeggen: wat God doet met een gebed dat op een ongelegen moment komt. Wat doet God met een gebed zoals Jakob daar bij de beek en God vraagt om een zegen? Jezus vertelt het verhaal van iemand die een vriend heeft die midden in de nacht bij hem komt en hem om drie broden vraagt. Dat klinkt allemaal niet erg normaal zou je zeggen. Welke vriend gaat er nu naar iemand toe om drie broden en dat midden in de nacht? Dat haal je toch niet in je hoofd? Maar Jezus vertelt er dan bij dat deze vriend van een verre reis was teruggekomen. Wellicht dat deze vriend niet precies goed gepland had en ver na sluitingstijd van de supermarkt was thuisgekomen en thuis in de provisiekast keek en er bleek niets meer te zijn. 

Wat doe je dan als vriend voor deze vriend? Blijf je dan op bed liggen en zeg je: “Sorry hoor, maar ik lig al in bed en mijn kinderen ook, kom morgen maar een keer terug, nu heb ik geen zin om uit bed te komen”? Jezus zegt dan: “Als hij niet zou opstaan omdat het zijn vriend is, dan doet hij het omdat hij zich er niet voor wil schamen dat hij deze vriend heeft laten staan.” 

En weet je, dit is Gods kant van het verhaal. Als jij bij Hem komt om Zijn zegen, natuurlijk zal Hij die geven. Hij kan je misschien even op de proef stellen omdat Hij wil weten of je het echt wilt ontvangen. En God heeft natuurlijk nooit een dubbele agenda, zoals deze vriend in het verhaal. Dat is niet de boodschap die Jezus ons wilt geven. Maar Hij bedoelt te zeggen dat Hij je nooit zal laten staan als je aanklopt. 

Gebed: Heer, ik wil Uw zegen ontvangen om zelf ook echt een zegen te kunnen zijn in mijn omgeving.

Tags: